MNEXT > Nieuws > Biodegradable plastics… When and where?

4 oktober 2018

Biodegradable plastics… When and where?

De definitie van afbreekbaar is niet eenduidig’, zo stelde dagvoorzitter Douwe-Frits Broens van het Centre of Expertise Biobased Economy (CoE BBE) al aan het begin van de bijeenkomst Biodegradable plastics… When and where? op 3 oktober op de Avans Hogeschool, in Breda. En dat zou blijken tijdens de discussie waarmee deze bijeenkomst, georganiseerd door het CoE BBE en BioBase4SME van start ging.
Ruim vijftig deelnemers bezochten het event: een bont gezelschap van biopolymeer-producenten, verpakkingsleveranciers, afvalverwerkers, ambtenaren, kennisinstellingen en zelfs kunstenaars. Daarbij bleek dat de opvattingen over afbreekbaarheid botsten, maar ook de meningen en belangen van marktpartijen.

Regels en normen

Er is een Europese norm waarin is vastgelegd waaraan composteerbare producten moeten voldoen. Niet in alle landen wordt op een zelfde manier omgegaan met producten die aan deze norm voldoen. Het gevolg is dat regels verschillen per land. Soms zijn er zelfs regionale of lokale verschillen. Geen wonder dat het voor consumenten al helemaal niet meer duidelijk is waar ze aan toe zijn. Composteerbare plastic verpakkingen dragen namelijk uiteenlopende logo’s, zoals het Kiemplantje of OK Compost, die suggereren dat het product in de gft-bak mag. Dat is niet overal het geval omdat composteerbedrijven vrij zijn om te bepalen wat ze wel of niet in het GFT accepteren. Aaik Rodenburg van Rodenburg Biopolymers gaf aan dat het ook voor producenten nog niet zo gemakkelijk is om bio-afbreekbare producten precies zo te maken dat ze binnen een gewenste tijd afbreken.

Het zal niemand verbazen dat een consument die zo’n logo tegenkomt, de gebruikte verpakking toch gewoon in de groenbak mikt. Tot ergernis van de afvalverwerkers. Femke Mackenzie, die de Vereniging van Afvalbedrijven vertegenwoordigt: ‘De vervuiling van gft is de afgelopen 20 jaar al opgelopen van 1% naar 5%. Omdat je geen plastic in de compost wilt hebben en je aan het plastic tussen het gft-afval niet zien of het om composteerbaar materiaal gaat, halen we al het plastic er dus uit en stoppen dat we in de verbrandingsoven. Compost moet nu eenmaal schoon zijn.’

Ook Jeroen van Schendel van Bio4Pack krijgt te maken met consumenten die het niet snappen. ‘We hebben chipszakken en hondenpoepzakjes gemaakt van afbreekbare plastics, maar kregen daarop als reactie dat mensen ze denken overal in de natuur te kunnen weggooien. Daarom mogen we van onze klanten niet meer op de producten zetten dat ze afbreekbaar zijn.’

Goed gevoel

Kim Richardson van ProQare Packaging maakt juist het tegendeel mee: ‘Onze klanten vragen ons om iets op de verpakking te zetten dat de eindgebruiker een goed gevoel geeft.’ Die eindklant is bereid om meer te betalen voor een product met een milieuvriendelijk imago. Of die milieuvriendelijkheid vervolgens ook wordt waargemaakt, is een ander verhaal.

‘Window dressing’, noemt Rob Daniels van Packaging Partners dat. ‘Maar klanten die onze verpakkingsmaterialen afnemen, weten onderhand ook niet meer aan welke trends ze moeten meedoen: mono-materialen, biodegradability, of weer iets anders?’

‘We komen er als industrie al niet uit’, zegt Ron Kastermans van Haval BV, ‘Laat staan dat we het de consument kunnen uitleggen.’ De oplossing ligt volgens Karin Molenveld van Wageningen Food & Biobased Research in regelgeving die de claims op verpakkingen aan banden legt: ‘Wat erop staat, moet ook praktisch uitvoerbaar zijn. Bijvoorbeeld doordat er een inzamelsysteem en verwerkingsmogelijkheden zijn.’

Caroli Buitenhuis van Green Serendipity wijst erop dat de waarde van materialen niet alleen moet worden gemeten aan de afbreekbaarheid, maar ook in het feit dat ze zijn gemaakt van hernieuwbare (biobased) of gerecyclede grondstoffen waarin CO2 wordt vastgelegd. ‘De meerwaarde ligt soms aan het begin van de keten, niet pas bij end-of-life.’

Einde aan de verwarring

Aan het eind van de dag kon Karin Molenveld als Senior Scientist Biopolymers uit Wageningen een eind maken aan de spraakverwarring rondom de betekenis van verzamelbegrippen als biobased en biodegradable. Zo gaat het bij biobased plastics om polymeren die zijn gemaakt van natuurlijke grondstoffen (zetmeel, cellulose), door micro-organismen (bijvoorbeeld PHA), of uit biobased building blocks (zoals PLA). En afbreekbaar? Daarvan is alleen sprake als een plastic product volledig wordt omgezet in natuurlijke gassen, water en biomassa; er mogen geen plasticrestjes of andere stoffen achterblijven. Daarbij moet aangegeven worden onder welke omstandigheden en in welk tijdsbestek biologische afbraak plaatsvindt.

 

Onderzoeksthema
Lectoraat
SDGs