Vanuit Nederland leverden Centre of Expertise MNEXT en Avans Hogeschool een sleutelbijdrage: zij ontwikkelden de praktische guideline Designing Biobased Education: A Step-by-Step Guideline for Developing Training Programmes in Co-Creation with Stakeholders. Deze deliverable is niet zomaar een handleiding, maar een procesmethodologie die een praktisch ontwerpkader biedt dat toepasbaar is in alle regio’s voor het ontwikkelen van educatie over de bioeconomie.
Naast Avans Hogeschool en MNEXT waren onder meer BTG Biomass Technology Group BV (NL), Alma Mater Studiorum – Università di Bologna (IT), Civitta Eesti AS (EE), QPLAN International (GR), LOBA (PT), Pedal Consulting (SK), FVA New Media Research (IT), Agriculture Research Ltd. (CZ) en Wissenschaftsladen Bonn (DE) bij het project betrokken. Deze brede samenwerking maakte het mogelijk om een richtlijn te ontwikkelen die toepasbaar is in diverse regionale en sectorale contexten. Zoals Mara van Eijndhoven, , toelicht: “We hebben geen inhoudelijke training gemaakt, maar een procesmethode. Daarmee leer je veel gerichter en doordachter onderwijs ontwerpen, afgestemd op de lokale context en op wat werkt bij de lerende doelgroep. De guideline biedt handvatten voor educatie-ontwerpers en organisaties om effectieve en impactvolle biobased onderwijsprogramma’s te ontwikkelen. Ook beleidsmakers vinden er adviezen in over hoe ze de link kunnen leggen met kunst, moeilijk bereikbare groepen en het organiseren en faciliteren van onderwijs.”
Een aanpak die werkt in elke regio
De guideline is opgebouwd rond het Eight Fields Model: een methode die bestaat uit acht stappen dat helpt om onderwijs te ontwerpen op basis van werkelijke behoeften. Van het formuleren van doelen tot het meten van de impact: iedere stap daagt ontwerpers uit om keuzes bewust en in context te maken.
“Omdat ieder land andere prioriteiten stelt in de bio-economie, is de handleiding zo ontwikkeld dat die in elke context toepasbaar is,” vertelt Mara. “Met deze methode kan iedereen op zijn eigen manier invulling geven aan biobased onderwijs.”
De biobased economie als kompas
Juist omdat het model breed toepasbaar moest zijn, vroeg het extra aandacht om de link met de biobased economie duidelijk te houden. MNEXT — als hoofdauteur van de guideline — zorgde ervoor dat het thema zichtbaar en voelbaar bleef. Dat gebeurde door de regionale casestudies van alle projectpartners te vertalen naar twee Design Examples, die als leidraad dienen binnen het hele model en een concrete vertaalslag maken naar de bio-economie.“De guideline moet echt bijdragen aan de doelen van de biobased economie: duurzaamheid, inclusiviteit en innovatie,” licht Mara toe.
Twee scenario’s, één aanpak
Om te laten zien hoe het model werkt in de praktijk, zijn twee scenario’s uitgewerkt: één voor beleidsmakers die biobased economie willen integreren in hun werk, en één voor het begeleiden van werkzoekenden naar functies in de biobased industrie. De scenario’s tonen hoe het model helpt bij het stellen van de juiste vragen en het maken van onderbouwde ontwerpkeuzes. In plaats van te starten met lesstof of formats, begin je met de context: Wat is precies het probleem, wat willen we bereiken en is onderwijsontwikkeling daarvoor de juiste aanpak? Als dat zo is, dan biedt het model een helder stappenplan om te komen tot een impactvolle biobased training.
Ruimte voor inclusie en creativiteit
Wat de guideline onderscheidt van traditionele onderwijsontwerpen, is de aandacht voor inclusie en creatieve leervormen. Denk aan storytelling, visuele middelen en interactieve werkvormen. Ook wordt expliciet stilgestaan bij hoe je gemarginaliseerde groepen actief kunt betrekken en ondersteunen binnen leertrajecten. Volgens Mara is dat essentieel: “We hebben veel aandacht besteed aan het adviseren van de ontwikkelaars. We lieten zien hoe je kunst kunt inzetten om met mensen te communiceren en onderwijs boeiend en interactief te maken. Daarnaast gaven we advies over het effectief betrekken van verschillende partijen, zodat cocreatie kan ontstaan.”
Deze benadering maakt het model geschikt voor zowel formeel onderwijs als informeel leren, van bij- en omscholing tot interne bedrijfstrainingen.

Praktisch hulpmiddel: de infographic
Naast de uitgebreide guideline is er een interactieve infographic ontwikkeld. Deze visuele samenvatting biedt een overzicht van het ontwerpproces in acht stappen, met hulpvragen en handvatten per fase. Ideaal als checklist of startpunt voor ontwerpteams. “De infographic maakt het tastbaar, terwijl de guideline uitgebreide ondersteuning biedt om de verschillende ontwerpstappen en alle bijbehorende aspecten beter te begrijpen,” zegt Mara.
Een uitnodiging om aan de slag te gaan
De guideline vormt een stevig fundament voor toekomstgericht onderwijs. Het is een praktische tool voor wie onderwijs wil ontwikkelen en inzetten als motor van duurzame verandering, in beleid, bedrijfsleven of onderwijsinstellingen. De kracht zit niet in een voorgeschreven inhoud, maar in het stellen van de juiste vragen en het samenbrengen van de juiste mensen. “We hopen dat het mensen helpt om op een andere manier naar educatie te kijken,” besluit Mara. “Niet als eindproduct, maar als proces dat begint bij de vraag: wat is hier echt nodig?”
Zelf aan de slag?
- Bekijk de guideline Designing Biobased Education (PDF)
- Download de interactieve infographic (PDF)
Interesse in meer informatie of samenwerking? Neem contact op met Mara van Eijndhoven.